Reichiaans Ademwerk is
ontwikkeld door Wilhelm Reich. Hij was een van de meest vooruitziende denkers
van de twintigste eeuw, een man wiens hele leven in het teken stond van de
complexe relatie tussen lichaam en vrijheid. Als de briljantste leerling van
Sigmund Freud kreeg hij het vermoeden dat zijn clienten hun vroegere ervaringen
in hun lichaam meedroegen. Hun emotionele pijn had de vorm van een permanente
gespannenheid die zo verstard en ondoordringbaar was dat het hem aan een
pantser deed denken. In tien jaar tijd
ontwikkelde hij een revolutionair systeem van lichaamsgerichte therapie,
waarbij hij zich vooral richtte op de kenmerkende lichaamshoudingen van zijn
clienten, die hij karakterpantsers noemde. Hij kwam tot de conclusie dat het
geheel aan spanningen, de manier van handelen en bewegen, ‘de lichamelijke
uitdrukking’, identiek is aan de emotionele uitdrukking van een persoon,
oftewel diens karakter. Hij voegde eraan toe dat spieren zowel bewegingen
kunnen uitvoeren als tegenhouden. Een ‘lichamelijke uitdrukking’ ontstaat als
spieren bepaalde bewegingen tegenhouden, hetgeen hij aanduidde als
spierpantsers. Hij zag deze pantsers als een afweer tegen emotionele gevoelens.
Als gevoelens te pijnlijk waren kon je niets anders dan verstrakken en alles
met kracht onder de duim houden. Zo ontstond er een fysiek schild rond het
kwetsbare ik, dat het behoede voor pijn, maar ook elk genotsgevoel dempte. Tot
zijn verbazing ontdekte hij dat door gebruik te maken van adem, beweging, stem
en het aanraken en bewerken van de spierpantsers de daar opgesloten emoties
naar de oppervlakte gebracht en losgelaten konden worden. Vaak ging dat gepaard
met een curieuze sensatie van door het lichaam stromende energie. Het was de
levensenergie die eerst afgedamd was en nu weer vrijelijk kon stromen.
.