Je kunt
je geconditioneerde lichaam zien, als een neerslag van je geconditioneerde in
de tijd levende denkgeest. Die conditionering is in je lichaam meegegroeid.
Toch is het niet zo dat die conditionering permanent is. Je brengt ze keer op
keer tot uiting, je roept ze steeds weer opnieuw tot leven, je geeft ze elke
keer weer voeding. Een klassiek voorbeeld hiervan is de hond van Pavlov. Pavlov
stuitte op het verschijnsel, dat honden beginnen te kwijlen, wanneer ze voedsel
wordt aangeboden. Hij onderzocht dit verschijnsel door een signaal te geven, en
daarna de honden te voeren. Oorspronkelijk kwijlden de honden alleen bij het
voeren, en niet bij het signaal. Nadat de combinatie van signaal gevolgd door
voeren, enkele keren was herhaald, begonnen de honden al te kwijlen, bij het
geven van het signaal. Je wordt geconditioneerd, door het verdringen van ervaringen
uit je verleden. Dat maakt dat je nu in een bepaald systeem zit, wat voortkomt
uit een mentale op tijd gebaseerde
geconditioneerde denkgeest. Het bepaald nu in grote mate wie je denkt te
zijn. Toch is het in feite niets anders is dan een serie voorstellingen die je
van jezelf hebt gemaakt. Het is mogelijk om deze mentale ervaring de rug toe te
keren en opnieuw terug te gaan naar je lichaam zodat je weer fysiek aanwezig kunt
zijn in het huidige moment.