We bouwen in de loop
der jaren allemaal chronische spierspanningen om ons heen. Reich noemde dit pantsers. Deze
dienen ter bescherming van levenssituaties die ons angstig maken of pijn
bezorgen. Maar wat eerst bescherming bood, wordt later een belemmering. Want wat
we iemands persoonlijkheid of ego noemen is in feite zijn pantser; het is zijn
opgeblazen borst, zijn opgetrokken schouders, zijn ingetrokken buik, enzovoort.
Maar de essentie van iemands persoonlijkheid is zijn geblokkeerde ademhaling,
het is de kern van de pantsering Het onderdrukt de natuurlijke impulsen om zich
te uiten. De gespannen ademhalingsspieren beletten ons emoties en gevoelens naar buiten te brengen. Hoe meer
die spieren gespannen zijn, des te
minder tonen we onze gevoelens en laten we niets meer van onszelf zien. Het is
een onbewuste permanente gewoonte geworden. Ze ligt als een krampachtig ‘nee‘
in de ademhaling opgesloten. Doorgaans voelen we dat niet, en beseffen niet
meer dat we constant onze gevoelens onderdrukken. We voelen het alleen nog als het ons leven
gaat ontregelen. Dat uit zich vaak in leegheid, onrust of slapeloosheid,
enzovoort. We vormen zo’n eenheid met
ons pantser, dat we het niet meer herkennen, daarom denken we gewoon dat we zó
zijn. Binnen onze eigen leefwereld klopt dit, maar we hebben geen idee hoe het
ons leven beperkt. Als we onze pantsers niet herkennen zijn we ook niet in
staat onszelf daarvan te bevrijden. Daar hebben we hulp bij nodig. Iemand die
ons laat ervaren hoe het is om weer contact te maken hebben met de gevoelens
die er nooit mochten zijn.