Reichiaans Ademwerk gaat uit van de organische
verbinding van lichaam en geest, waarbij de levensenergie vrij en spontaan kan
stromen en pulseren in alle lagen van ons wezen. De levensenergie manifesteert
zich op verschillende niveaus in ons lichaam: compact in onze botten, krachtig
stromend als we onze motorische spieren gebruiken, zacht stromend en pulserend
in de vochthuishouding van ons bindweefsel en onze bloedsomloop, en in fijne
subtiele trillingen in het energieveld van onze aura. Op het emotionele niveau
manifesteert de levensenergie zich in gevoelens zoals vreugde, verdriet,
boosheid, die zoeken naar ruimte en expressie. De subtielere energie van ons
zenuwstelsel creëert een fijnmazig communicatiesysteem en maakt dat we kunnen
denken, verbeelden en herinneren. In de kern van ons wezen zoeken we naar
ontplooiïng van onze kwaliteiten en mogelijkheden, de intrinsieke drang van elk
organisme. De levensenergie is er de brandstof voor. Door levenservaring ontwikkelen
we ons in de relatie met onze omgeving. Dit gaat gepaard met conditionering van
onze levensenergie. Als we deze
conditioneringen kunnen herkennen en de energie die daarmee verbonden is kunnen
transformeren, wordt ons leven meer en meer een proces dat we als thuiskomen
ervaren. In de loop van onze ontwikkeling leiden die conditioneringen tot
verstarring in bepaalde conclusies, aannames en overlevingstrategieën. In ons lichaam vertalen
die zich in energieblokkades in de verschillende lagen: zoals spierspanning,
vloeistofdruk, blokkade in de ademhaling, pantsering in de
spijsverteringsorganen.