Want ooit ben je begonnen zonder lichaam, maar toen je
uit de baarmoeder kwam had je plotseling een eigen lichaam. In de moederschoot
was het nog lastig om je te onderscheiden van je moeder, maar nu is het
duidelijk. Maar je bent huilerig, nat, hongerig en stijf van de kou, toch
ontstaan er ook plekken die warm aanvoelen en waar het lijkt te bewegen. En
algauw kun je je bewegen waar en wanneer je maar wilt, dat is een levend
geschenk. Je ontdekt dat je een levend lichaam hebt en je voelt dat je leeft.
En je hoeft er niets voor te doen. Dat bewegen gaat gewoon vanzelf, je kunt je
er ook mee uitdrukken. Met je lichaam geef je jezelf een plaats in de wereld.
Hierdoor word je lichaam de schakel tussen je uiterlijke en innerlijke wereld.
Deze tweedeling wordt versterkt als je de taal gaat ontdekken. Taal zorgt er
voor dat je de wereld om je heen gaat verdelen, controleren en manipuleren door
middel van je gedachten. Maar door het denken wordt je verdreven uit het
paradijs van het huidige moment. Nu zit je gevangen in het netwerk van je
gedachten. Je geeft nu de voorkeur aan een realiteit die gebaseerd op ‘leven in
de tijd’. En terwijl je daar meer en
meer verstrikt raakt, verlies je steeds vaker het fundamentele contact met je
lichaam en het huidige moment